3 VOORDELEN VAN HOUTSKELETBOUW ALS DROGE BOUWMETHODE

Terug naar het overzicht

HOUTSKELETBOUW VERBRUIKT ZEER WEINIG WATER

Houtskeletbouw is een droge bouwmethode, wat betekent dat er bij het bouwproces – zowel tijdens de productie, de bouwfase als de afwerking – maar zeer weinig water wordt gebruikt. Zo is er bijvoorbeeld geen water nodig voor de aanmaak van gips en cement. Bij een traditioneel huis wordt bij de opbouw gemiddeld tussen de 5.000 en 6.000 liter water verbruikt. Bij houtskeletbouw is dit slechts 10 à 25% van deze hoeveelheid, soms zelfs nog lager. En dat maakt ook financieel een groot verschil.

HOUTSKELETBOUW HEEFT EEN KORTE DOORLOOPTIJD

Verder wordt ook de doorlooptijd – dat is de opeenvolging van de werken – aanzienlijk verkort. De montage duurt slechts enkele weken, waardoor de ruwbouw nauwelijks wordt blootgesteld aan weer en wind. Je hoeft dus ook niet lang te wachten voor de woning uitdroogt. Daarom kan je meteen na de afwerking al starten met schilderen. Bovendien zorgt dit ervoor dat je woning vanaf dag één al optimaal isoleert. Bij de klassieke bouwwijze met metselwerk en bepleistering kan het tot wel een jaar duren voor alles is uitgedroogd en de isolatie 100% werkt.